Billenschuiven

Jonge kinderen kunnen op zeer diverse manieren tot voortbewegen komen. Zo zie je kinderen die tijgeren, kruipen of soms rollend, op de rug schuivend of op de billen voortbewegen. Dit is van veel factoren afhankelijk. Erfelijke aanleg speelt hierbij een grote rol. Daarnaast speelt ook de omgeving een grote rol. Zeker als kinderen veel in een Maxi Cosi liggen en/of veel en vroeg tot zit zijn opgetrokken op een smalle comode, kiezen kinderen vaak voor het billenschuiven in plaats van kruipen. Alle vormen van rotatie zijn vreemd en worden vaak vermeden. Zelf rollen en naar buikligging toegaan is vervelend. Billenschuiven wordt als een variant gezien op het ‘normale’ voortbewegen. Deze kinderen komen meestal later tot lopen dan hun kruipende leeftijdsgenootjes. Gemiddeld is dit op een leeftijd van 17-24 maanden.

Fysiotherapeutisch onderzoek
Tijdens het onderzoek wordt er naar het onderliggende probleem gezocht. Er wordt er uitgesloten of het kind geen onderliggende aandoening heeft waardoor hij/zij voor het billenschuiven kiest. Wanneer dit is uitgesloten kan men spreken van een ideopathische billenschuiver.

Behandeling
De behandeling zal bestaan uit het aanbieden van variatie in de motoriek. Met name de rotaties zullen spelenderwijs worden uitgelokt. Daarnaast zullen ouders oefeningen en adviezen meekrijgen naar huis. Kinderen worden gevolgd totdat ze zelfstandig kunnen lopen.