m. Osgood-Schlatter

 

De ziekte van Osgood-Schlatter is een aandoening waarbij er pijn optreedt op de plaats van de aanhechting van de kniepees aan het scheenbeen. Hierbij ontstaat er een gevoelige verdikking op het scheenbeen net onder de knie. Deze aandoening komt vooral voor bij jongens tussen de 10 en 16 jaar. Bij meisjes komt het minder vaak voor en vaak iets eerder, 8-14 jaar.

 


Ontstaanswijze


De kniepees hecht aan op een punt op het scheenbeen, de tuberositas tibiae genoemd. Deze is eerst nog van kraakbeen, maar gaat op den duur (vanaf 8/9 jaar) verbenen tot bot, vanuit het verbeningscentrum, de apofyse. Door herhaaldelijke trekkracht op dit punt, lijken er microlaesies (hele kleine scheurtjes) te ontstaan bij de aanhechting van de kniepees op deze apofyse. Deze raakt daardoor geïrriteerd en ontstoken. Hierdoor ontstaat er een zwelling en voelt het warm aan. Die bult is gevoelig. Na maanden kan er meer botweefsel dan normaal gaan ontstaan. De ontsteking kan verdwijnen, maar dat extra bot blijft altijd bestaan. Dat kan in sommige gevallen altijd gevoelig blijven bij activiteiten waarbij geknield moet worden.



De irritatie/ontsteking ontstaan door overbelasting van de aanhechting, door teveel trekkrachten. Dat komt vaak door sporten waarbij veel gerend, gesprongen of geknield moet worden. Ook een groeispurt, waarbij spieren en pezen de lengtegroei van de botten niet goed bij kunnen houden, kan voor een verhoogde trekkracht op de aanhechting zorgen. Ook verkorte bovenbeenspieren kunnen hier aan bijdragen.


Genezing/behandeling


Osgood-Schlatter gaat in principe vanzelf over. Het advies is meestal om een periode weinig aan sport te doen om zo de knie wat rust te geven, en na sportactiviteiten de knie te koelen met ijs om de ontsteking tot rust te brengen. De klachten zullen vaak vanzelf verdwijnen na enkele maanden tot enkele jaren. Met rust zullen klachten verminderen. Een voorzichtige hervatting van sportactiviteiten na de rustperiode is nodig om niet te snel weer de knie te gaan overbelasten. De fysiotherapeut kan hierin begeleiding bieden. Het is van belang om de ontsteking niet te blijven aanwakkeren, om te voorkomen dat er teveel botaanwas plaatsvindt. De fysiotherapeut kan beoordelen of er sprake is van herstelbelemmerende factoren (zoals bijvoorbeeld te korte bovenbeenspieren) en deze indien aanwezig oplossen.